Recente publicaties

Als u suggesties voor deze rubriek heeft, wilt u dan een email sturen naar de redacteur van deze website (anton@antonschuurman.eu) met de relevante informatie: auteur, titel, uitgever, plaats van uitgave, prijs, pagina’s, isbn, eventueel waar te bestellen. We nemen deze titels dan ook op in onze Nieuwsbrief. 

2024

Nederland en België

Wat natuur voor boeren betekende en hoe dat vanaf de 19e eeuw veranderde

Wat natuur voor boeren betekende en hoe dat vanaf de 19e eeuw veranderde De boeren en natuur staan volop in de aandacht. Het felle debat over de toekomstige koers van de landbouw vraagt om meerstemmigheid en nuance. Eeuwenlang werkten boeren in de Noord-Brabantse Peel op dezelfde manier. Ze leefden met de natuur en bebouwden hun land met de middelen die ze hadden. In de negentiende eeuw kregen ze te maken met diverse veranderingen: industriële revolutie, landbouwcrises, kennisvermeerdering en technologische vernieuwingen. Woeste grond werd omgevormd tot agrarisch cultuurlandschap dat op steeds efficiëntere manier bebouwd kon worden. Boeren, burgers en overheid keken nadien verschillend naar ‘natuur’. Bestond dat vooral uit woeste gronden, uit akkervelden of uit een heidelandschap met fiets- en wandelpaden voor het opkomend toerisme? Een stem die we tot nu toe in de literatuur nauwelijks hebben gehoord, is die van de boeren zelf. Zij komen in dit boek zoveel mogelijk zelf aan het woord, met aandacht voor de grote onderlinge verschillen.

Gesprek met de auteur.

Marij Leenders (2024). Hoe de natuur uit de landbouw verdween. Zwolle: WBooks. ISBN 9789462586543.


Biografie van Piet van IJzendoorn, in 1982 de eerste biologische boer in de Flevopolder.

Piet van IJzendoorn was in 1982 de eerste biologische boer in de net drooggelegde Flevopolder. Zijn boerderij groeide uit tot een succesvol biologisch-dynamisch bedrijf met koeien, akkerbouw, een tuinderij, bakkerij, manege, natuurbeheer, webwinkel, dagbesteding voor jongeren met psychiatrische problemen en een paardenfokkerij en -houderij met prijswinnende springpaarden. Hij was de eerste met een windturbine op het erf en de eerste beheerder van de Oostvaardersplassen.
Met tomeloze energie gaf hij invulling aan zijn levensfilosofie: landbouw is geen businessmodel maar voorziet in onze basisbehoeften, in harmonie met de aarde. Hoe deed hij dat? Waar haalde hij zijn kracht en motivatie vandaan? Welke denkers hebben hem geïnspireerd? Hoe ging hij om met de tegenwerking, tegenslagen en fraude, de lichamelijke pijnen die hem kwelden?
Michiel Bussink schreef dit boek, waarin hij het levensverhaal van Piet optekende. In deze aflevering van de podcast van Land van Ons spreekt Marja van Berkel beide heren. 

Michiel Bussink (2024). Landbouw voor iedereen. Leven en werk van boer Piet. Gorredijk: Noordboek. ISBN 9789464712070.


Kwakzalverij? – een Staphorster boertje

Kwakzalver, koopman, kruidendokter. Was Peter Stegeman het allemaal of allemaal niet? In ieder geval schreef hij tot zijn dood in 1922 allerhande druppels, poeders, pillen en zalfjes voor. Zijn middelen zouden de meest uiteenlopende kwalen kunnen genezen en menigeen voelde zich erdoor gesterkt. Ook in hoge kringen genoot de verstrekker aanzien. Tegenstanders had hij eveneens. De Vereeniging tegen de Kwakzalverij, gesteund door de wet, voorop. In hun strijd tegen alles wat in die tijd maar alternatief leek, wisten de doktersjas en de toga elkaar regelmatig te vinden. Desondanks, en ook dankzij zijn opvolgers in de familie, werd de man een merk. Na de dood van Peter Stegeman werd zijn werk voortgezet door enkele zoons en later een kleinzoon. De tegenstelling tussen alternatieve en reguliere medische wereld vormt een rode draad door deze biografie van het Staphorster boertje.

Coster, Wim. (2024). Het befaamde Staphorster boertje. Over kwakzalvers, kooplieden en kruidendokters: Wbooks.


Overasseltse en Haterse Vennen als erfgoed

In dit boek geeft een team van deskundige auteurs een gedegen beschrijving van het vennengebied in brede zin. Uitgebreid wordt aandacht besteed aan o.m. de geschiedenis van het gebied, de flora en fauna, verborgen archeologische schatten, de natuur en het landschap, en de geschiedenis, zoals de invloed van Franse benedictijnen en de legendarische koortsboom bij de ruïne van Sint Walrick. Dit alles, naast de rol van het vennengebied in recreatie, educatie, en als inspiratiebron voor kunst, maakt dit boek tot een onmisbare bron voor iedereen die geïnteresseerd is in de cultuur en natuurlijke schoonheid van dit unieke gebied. Een boek met veel foto’s en verhelderende kaarten.

Jörgen Dinissen (redactie). (2024). Overasseltse en Hatertse Vennen. Erfgoedplatform Gemeente Heumen, Erfgoedreeks nr. 12, 260 p., geïllustreerd, ISBN 978908338689, € 25,00.


Landschapsgeschiedenis België

Het proefschrift van Eline Lathouwers (CAG, Leuven) combineert historische inzichten met geografische methoden en onderzoekt voornamelijk de langetermijninteracties tussen mens en milieu in de valleien van de Gete, Demer en Dijle sinds de late 18e eeuw. Die floodplainscapes, natuurlijke overstromingsgebieden langs rivieren, hebben historisch gezien koolstof opgeslagen en water vastgehouden. Echter, door ingrijpende menselijke interventies zoals het kanaliseren of recht trekken van rivieren of het installeren van dijken, stuwen en dammen, zijn deze functies ernstig aangetast. Momenteel heeft 95% van de Europese floodplainscapes hun natuurlijke capaciteiten verloren. 
Het rivierbeheer, dat lange tijd gericht was op de landbouwbelangen, werd doorheen de tijd gekenmerkt door een versnippering van bevoegdheden. Terwijl de belangen in de valleien evolueerden, bleven de historische overstromingsproblematiek en het ogenschijnlijke onvermogen van de overheid om deze op te lossen een constant politiek vraagstuk.

Lathouwers, Eline. (2024). Floodplainscapes. Een biografie van valleilandschappen: Gete, Demer en Dijle. Leuven.


Buitenland en algemeen

Boerencultuur

Zesduizend jaar vormde de wereld van de boeren de ruggengraat van de menselijke geschiedenis. Door verstedelijking, industrialisatie en de klimaatcrisis dreigt nu de eeuwenoude kennis van het land verloren te gaan. Dit boek laat ons een rijke en complexe boerencultuur ontdekken: tradities, wijsheden, vieringen en opstanden, in heel Europa, van de negentiende eeuw tot nu. Joyce vertelt bijzondere verhalen over o.a. zijn Ierse familie, en analyseert hoe het boerenleven in de hedendaagse cultuur wordt herinnerd – en verkeerd wordt herinnerd.
Dit schrijft de Volkskrant en dit NRC.

Patrick Joyce (2024). Boerencultuur. Hoe het platteland uit onze herinnering verdwijnt. Amsterdam: Arbeiderspers, 2024 (vertaald door Rob Kuitenbrouwer en Frank Lekens). ISBN 9789029547376.


Platteland/Stad – een echte kloof?

We horen vaak dat er geen uitweg is uit de moderne economische en politieke spanningen die langs geografische lijnen lopen. De media verklaren regelmatig dat het platteland van Amerika aan het uitsterven is en dat kiezers uit rurale gebieden alleen gedreven worden door woede. Dit verhaal van hopeloosheid richt zich op de rol die markten hebben gespeeld in het achterlaten van plattelandsregio’s en hun bevolking.

In Reviving Rural America analyseert Ann M. Eisenberg de rol van de wetten en het beleid van onze samenleving in de kloof tussen stad en platteland om hoop te bieden. Ze laat zien hoe wetten, beleid en besluitvormers die hun eigen waarden hanteren, hebben bijgedragen aan de moderne uitdagingen op het platteland. Elk hoofdstuk ontkracht een veelvoorkomende mythe over het platteland, de bewoners en het beleid, en onthult hoe we gekomen zijn waar we nu zijn. Dit boek roept uiteindelijk op tot wetten en beleid die op een holistische manier zorgdragen voor het platteland van Amerika, als een gezamenlijke hulpbron voor iedereen, en schetst een alternatieve, veerkrachtigere en rechtvaardigere toekomst. (Uit het Engels vertaald door ChatGPT)

Eisenberg, Ann M. (2024). Reviving Rural America. Toward Policies for Resilience. Cambridge University Press.


Gekrenkte trots op het Amerikaanse platteland van Virginia

In haar eerste boek sinds het veelgeprezen Strangers in Their Own Land, duikt Arlie Russell Hochschild nu in Appalachia en onderzoekt de “trotsparadox” die de aantrekkingskracht van rechtse politieke boodschappen zo sterk maakt. Ondanks alle pogingen om de Amerikaanse politiek en de blauwe/rode kloof te begrijpen, is er onvoldoende aandacht geweest voor wat economisch en cultureel verlies met trots kan doen. Wat gebeurt er, vraagt Hochschild, wanneer een trots volk in een zwaar getroffen regio een diep verlies van trots ervaart en wordt geconfronteerd met een krachtige politieke boodschap die dat verlies als “gestolen” presenteert?
Hochschilds onderzoek leidde haar naar Pikeville, Kentucky, in het hart van Appalachia, binnen het blankste en op één na armste congresdistrict van de VS. De stad werd zwaar getroffen: de banen in de kolenindustrie verdwenen, de armoede bleef heersen, en een dodelijke drugscrisis trof de regio. Terwijl Pikeville dertig jaar geleden politiek in het midden lag, stemde in 2016 80 procent van de bevolking van het district op Donald Trump. Haar indringende onderzoek naar de reactie van de stad op een blank-nationalistische mars in 2017 – een opmaat naar de dodelijke Unite the Right-mars die later zou plaatsvinden in Charlottesville, Virginia – biedt ons een diepgaand inzicht in een verscheurde en lijdende gemeenschap. (Uit het Engels vertaald door ChatGPT)

Russell Hochschild, Arlie. (2024). Stolen Pride: Loss, Shame, and the Rise of the Right.The New Press.


De metamorfose van Frankrijk (inclusief het Franse platteland en landschap)

Evenals Russell Hochschild en Eisenberg is Jérôme Fourquet geïnteresseerd in de grote economische veranderingen van de afgelopen decennia en de politiek veranderingen die ermee lijken samen te hangen. Zijn onderwerp is Frankrijk. Met een overdaad en statistieken en kaarten op departement niveau probeert hij de lezers zelf hun beeld te laten bepalen. Zo’n boek zou ook voor Nederland interessant zijn. Het verhaal lijkt een variant op wat er elders in Europa heeft plaatsgevonden (Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Nederland).

Fourquet, Jérôme. (2021). La France sous nos yeux. Economie, paysages, nouveaux modes de vie. Paris: Seuil.


Boeren en overheidsbeleid in het Interbellum in West- en Centraal-Europa

Dit boek onderzoekt hoe Europese boeren reageerden op de economische en politieke uitdagingen die werden veroorzaakt door de Eerste Wereldoorlog en de Grote Depressie. Hoewel de moeilijkheden van het interbellum in Europa vaak zijn onderzocht, gebeurt dit zelden vanuit het perspectief van de landbouwsector, waar twee vijfde van de bevolking hun inkomen verdiende, meestal als kleine, familiale boeren.

De traditionele literatuur stelt dat de grootgrondbezitters samenspanden om de jonge democratieën van Europa na de Grote Oorlog te ondermijnen. Dit boek toont echter aan dat de meeste grootgrondbezitters tegen het begin van de jaren 1920 hun land hadden verkocht of het hadden zien onteigenen na de grootschalige landhervormingen in Oost-Europa, waardoor de familieboerderij de dominante productievorm werd.

Het boek introduceert verschillende theorieën die het gezinsbedrijf centraal stellen in de veranderingen en onderzoekt waarom sommigen enthousiast voorstander waren van de liberale democratie, terwijl anderen politieke ideologieën verkozen die varieerden van sociaaldemocratie in Scandinavië tot fascisme in Duitsland en Italië. Het belicht de genuanceerde en veranderlijke banden tussen gezinsbedrijven en overheidsbelangen en laat zien hoe deze relatie in verschillende landen en contexten in West- en Centraal-Europa verschilde.

Het boek bespreekt de invloed van gezinsbedrijven op trends in de landbouwmarkt, de invloed van collectieve actie op overheidsbeleid en de toenemende politisering van boeren en plattelandsbevolking in bredere zin. Daarnaast werpt het boek licht op hoe agrarische problemen en hun oplossingen verschilden in industriële, agrarische en transformerende samenlevingen in het interbellum Europa. (Uit het Engels vertaald door ChatGPT)

Simpson, James. (2024). Family Farmers, Land Reforms and Political Action. An Alternative Economic History of Interwar Europe. Basingstoke: Palgrave Macmillan.


Ierse plattelandsgeschiedenis van de twintigste eeuw. Patriarchaal katholicisme en patriottisch nationalisme

In het begin van de twintigste eeuw oefende het platteland van Ierland – en in het bijzonder de nieuwe boeren-eigenaren die als de grote winnaars uit de recente agrarische revolutie naar voren kwamen – een aanzienlijke invloed uit op de nieuwe Vrijstaat en op het Ierse katholicisme. Het patriarchale gezag op het land werd versterkt door de overdracht van grondbezit van landeigenaren naar pachters en kreeg verdere kracht door patriarchaal katholicisme en patriottisch nationalisme. Na 1932 bedreigde de voortgang van de import vervangende industrialisatie de economische dominantie van de landbouw en de centrale positie van het platteland in de Ierse samenleving nauwelijks. Geïnspireerd door de traumatische crisisomstandigheden van de jaren 1950, begon in de jaren 1960 een transformatie die Zuid-Ierland op het pad van stedelijke industrialisatie zette.
Wat opvalt is dat de macht van de staat om rurale veranderingen te bevorderen zowel is afgenomen als toegenomen sinds Ierland in 1973 tot de EEG toetrad. De meningen verschillen over de impact van stedelijke industrialisatie op verschillende rurale belangen. Gedurende een groot deel van de periode sinds de jaren 1950 bleef de macht van georganiseerde boeren om de Ierse landbouwbelangen te vertegenwoordigen groot, ook al nam het aantal werkenden in de landbouw steeds verder af. In de afgelopen decennia is de toch al beperkte invloed van geestelijke activisten en intellectuelen om het plattelandsleven langs katholieke (of zelfs christelijke) lijnen te hervormen verder afgenomen. Recentelijk lijken de vooruitzichten voor boerinnen om hun relatieve macht te vergroten in sommige opzichten te zijn verbeterd, hoewel het grondbezit nog steeds overwegend in mannelijke handen blijft.

Inside Rural Ireland verdiept zich in de ontwikkeling van de Ierse plattelandsgeschiedenis om het platteland vóór en na deze ingrijpende transities te onderzoeken. Het belicht de invloed van politieke leiders en staatsinstellingen, boeren, geestelijke en niet-geestelijke burgeractivisten, intellectuelen (sociale commentatoren en fictieschrijvers), teruggekeerde emigranten en boerinnen bij het bevorderen of belemmeren van een breed scala aan veranderingen op het platteland. (Uit het Engels vertaald door ChatGPT)

Finn, Tomás, & Varley, Tony (Eds.). (2024). Inside Rural Ireland. Power and Change since Independence. University College Dublin Press.


Hoe werd Spanje grootste exporteur van varkensvlees?

Hoe is Spanje geëvolueerd van een land met historisch gezien relatief lage vleesproductie en een netto-importeur van vlees in 1990 tot ’s werelds grootste exporteur van varkensvlees in 2020? Dit is de onderzoeksvraag die we in dit artikel willen beantwoorden. In onze zoektocht naar een antwoord hebben we een zwaartekrachtmodel ontwikkeld om de determinanten van de Spaanse vleesexport te onderzoeken. We stellen dat een aanzienlijke stijging van de binnenlandse vleesconsumptie sinds de jaren 1960 leidde tot aanzienlijke schaalvoordelen in de sector, wat het zeer concurrerend maakte tegen de jaren 1980. Daardoor, toen Spanje toetrad tot de Europese Unie en de sector liberaliseerde, was het voldoende concurrerend om internationale markten te veroveren. Met andere woorden, we willen bestuderen hoe een Home Market Effect in Spanje is opgetreden en hoe dit is versterkt door de toetreding tot de Europese Unie. Uiteindelijk heeft deze hoge mate van concurrentiekracht Spanje in staat gesteld te profiteren van de vraag naar varkensvlees vanuit China in de afgelopen jaren. (Uit het Engels vertaald door ChatGPT)

Delgado, Pablo, Pinilla, Vicente, & Belloc, Ignacio. (2024). From net importer to global leader: understanding the drivers of Spain’s meat export growth since the 1960s. Cliometrica. doi: https://doi.org/10.1007/s11698-024-00292-5


Voedselvoorziening van Rome tussen de 2e eeuw voor Christus en het begin van de 4e eeuw na Christus

In deze dissertatie worden verschillende aspecten van de Romeinse economie en de Romeinse samenleving met betrekking tot voedsel gereconstrueerd op basis van een interdisciplinair perspectief. De studie richt zich op de stad Rome in de periode tussen de 2e eeuw v.Chr. en het begin van de 4e eeuw n.Chr. Allereerst worden de voedselcultuur en eetgewoonten van de Romeinen gereconstrueerd. Vervolgens wordt de voedselvoorzieningsketen onderzocht en worden de rol van de staat en die van de vrije markt in het verkrijgen van voedsel verduidelijkt. Er wordt een vergelijkende historische methode voorgesteld om de voedselmanden van verschillende inkomensgroepen in de Romeinse samenleving te reconstrueren, samen met de kosten van deze manden. Uiteindelijk wordt de waarde berekend van het voedsel dat jaarlijks in Rome werd geconsumeerd. Veel historici die geïnteresseerd zijn in de oude economie geloven dat het grootste deel van de bevolking van Rome overleefde op een eentonig en voedingskundig ontoereikend dieet. Deze dissertatie toont echter aan dat deze opvatting niet consistent is met de beschikbare bronnen. De eetpatronen van de inwoners van het oude Rome waren vrij gevarieerd, en voedselkeuzes waren voornamelijk gekoppeld aan inkomen. Bovendien worden algemeen geaccepteerde cijfers over de omvang van de Romeinse economie onderschat. (Uit het Engels vertaald door ChatGPT)

Sala, Guido. (2023). Feeding Rome: Food supply, trade and consumption in an ancient metropolis: Leiden University.


2023

Lennert Savenije, Werk in uitvoering. De Nederlandsche Heidemaatschappij in crisis en oorlogstijd (Amsterdam: Querido, 2023) 463 p. ISBN 9789021469836

De Nederlandsche Heidemaatschappij heeft een traditie van gedenkboeken waarin vaak nogal aan zelffelicitatie wordt gedaan. Dit jaar is echter een boek verschenen waarin het verleden van de Heidemij kritisch bevraagd wordt. Lennert Savenije heeft uitgebreid en diepgaand onderzoek gedaan naar de rol van de Heidemij tijdens de depressie van de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog. Vooral de rol van president-directeur Staf ligt onder het vergrootglas. Hij moest zoals velen schipperen tijdens de bezetting en was zeker geen aanhanger van de nieuwe orde, maar maakte wel enkele vreemde uitglijders.

Jan Douwe van der Ploeg, Gesloten vanwege stikstof. Achtergronden, uitwegen en lessen (Gorredijk: Noordboek, 2023) 182 p. ISBN 9789464711370.

Jan Douwe van der Ploeg laat in een kort en boos boek zien hoe de huidige stikstofproblemen als het resultaat kunnen worden gezien van het landbouwbeleid van de laatste vijftig, zestig jaar, waar politiek, landbouworganisaties en volgens hem ook de Wageningse universiteit verantwoordelijk voor zijn.

Corrie Boschma-Aarnoudse, Boer en poorter in het veen. Waterland en de Zeevang in de Middeleeuwen (Heerhugowaard en Wormer: Uitgeverij Noord-Holland, 2022) 154 p. ISBN 9789492335357.

Corrie Boschma-Aarnoudse heeft een handzame synthese geschreven van het archeologisch en historisch onderzoek naar de ontginning en verdere agrarische en economische ontwikkeling van Waterland en de Zeevang tot het eind van de Middeleeuwen. Ze komt daarbij tot nieuwe inzichten.

Ewald Frie, Ein Hof und elf Geschwister. Der stille Abschied vom bäuerlichen Leben (München: C.H. Beck, 2023) 191 p. ISBN 9783406797170.

Ewald Frie, hoogleraar Nieuwste Geschiedenis in Tübingen, heeft de ondergang van de traditionele boerensamenleving in het Münsterland beschreven aan de hand van de geschiedenis van zijn eigen familie. Zoals voor veel boerenfamilies geldt, is nu niemand uit de familie nog werkzaam in de landbouw. Het is geen nostalgisch boek geworden, wat bijvoorbeeld blijkt als hij vertelt hoe zijn vader beertjes castreerde met zijn zakmes. Het boek is vorig jaar verschenen en nu al aan zijn veertiende druk bezig.

2022

Ronald Plantinga, Wit goud, groene woestijn. Zuivelproductie en het Friese landschap na 1945 (Gorredijk: Noordboek, 2022) 272 p. ISBN 9789056159504.

Ronald Plantinga promoveerde in Groningen op een proefschrift over de modernisering van de melkveehouderij en de coöperatieve zuivelindustrie in Friesland na de Tweede Wereldoorlog. Over de ecologische consequenties is de titel van de handelseditie glashelder.

A.A.B. van Bemmel, K.M. Cohen, J. van Doesburg, T. Hermans, J.H. Huiting, E.L. Poppe, J. Renes en K. van Vliet, De dam bij Wijk en het Kromme Rijngebied in de middeleeuwen (Hilversum: Verloren, 2022) 256 p. ISBN 9789464550191

Vorig jaar was het 900 jaar geleden dat de dam bij Wijk bij Duurstede werd aangelegd, waardoor de Kromme Rijn werd afgesloten. Dit maakte ontginningen in het gebied mogelijk en de aanleg van een nieuwe vaarweg naar Utrecht (de Vaartsche Rijn) noodzakelijk. Veertig jaar geleden verscheen over dit gebied de klassieker Het Kromme Rijngebied in de Middeleeuwen van Cornelis Dekker. Nu heeft een groep auteurs het gebied weer onder de loep genomen, waarbij aandacht besteed wordt aan landschap, samenleving en machtsverhoudingen voor en na de afsluiting.

Gerrit van Oosterom, Boeren op de buitenplaats. De relatie tussen landbouw en buitenleven in het Amstellands Arcadië (1640-1840) (Gorredijk: Noordboek, 2022) 510 p. ISBN 9789056158644.

Willemieke Ottens, Standhouden. Adellijk landgoederenbeheer in Nederland. De twintigste-eeuwse geschiedenis van Leuvenum en De Bannink (Gorredijk: Noordboek, 2022) 472 p. ISBN 9789056159160.

Gerard M.T. Trienekens, Gezien door de ijsvogel. Tachtig jaar zien en beleven in verhalen (2022)

‘Gezien door de IJsvogel. Tachtig jaar leven en beleven in verhalen’ van ons langjarig medelid, Gerard Trienekens, is geen typisch landbouw-historisch boek. De auteur is wel specialist op het terrein van de geschiedenis van het dagelijks leven en daarbinnen meer nog de landbouw, voeding en gezondheid. Hij promoveerde in 1985 in Wageningen op zijn spraakmakende boek ‘Tussen ons volk en de honger. De voedselvoorziening 1940-1945’. In dit nieuwe bijna 600 bladzijden tellende boek is heel wat agrarisch aan te treffen. Zijn vroege jeugd speelt zich af op een boerenerf in Boekel op de rand van de Peel. Het dorpsleven is ruim aanwezig. Volwassen als leraar in Roermond, richt hij met enkele anderen een nog steeds bestaand volkstuincomplex op. Aan onze Vereniging voor Landbouwgeschiedenis is een afzonderlijke paragraaf gewijd met enkele leuke anekdotes over gehouden excursies.

De studie over de Tweede Wereldoorlog krijgt een breed vervolg in de verhalen: ‘De verstoteling’, ‘Irritante wetenschap: gesprek aan de Eem en onder vuur in Berlijn’ en de fascinerende tekst ‘Vergiffenis schenken?’. 

Flyer met info over wijze van bestelling

Jan Zwemer, Wees niet bang. Piet Oosterling, uitvinder, inspirator en idealist (Vlissingen 2022)

Piet Oosterling (1945-2018), een bakkerszoon uit Groede in Zeeuws-Vlaanderen, had lang zijn thuisbasis in de Haarlemmermeer, maar zijn vindingen werden en worden over de hele wereld toegepast. ‘Geen saai bestaan,’ noemde hij zijn leven in een terugblik, daarbij opmerkend dat uitvinden hem ‘in het bloed’ zat. Piets levensverhaal lijkt nu en dan op het sprookje van Klein Duimpje en de Reus, zoals bij het op de markt brengen van de melkrobot oftewel het Automatisch Melksysteem met zijn bedrijf Prolion in de jaren 1990. Ambachtelijk werken leerde hij bij Vicon in Nieuw-Vennep, doorzetten zat in zijn genen. Anderen helpen en stimuleren eveneens. De idealist Piet Oosterling ontwierp op latere leeftijd nog de ‘zoetwatermolen’ die in droge gebieden drinkwater genereert. ‘Bang’ kwam niet in zijn woordenboek voor.

Uitgeverij Den Boer | De Ruiter, Vlissingen, 2022

2021

Consensus en conflict. Waterbeheer in de Nederlanden 1200-1800.

Een nieuwe synthese over de geschiedenis van het waterbeheer beschrijft deze vanuit het perspectief van de bestuurscultuur. In de traditionele beeldvorming over het Nederlandse waterbeheer domineren samenwerking en evenwichtige belangenafweging, maar dit boek biedt een realistischer, en daarmee rijker, beeld. We vinden opvallend veel, en al vroeg, elementen van het ‘polderen’ – zoals brede participatie, consensus zoeken, geschade belangen compenseren –  maar er waren ook moeizame conflicten. Het boek kijkt systematisch naar vormen van participatie en manieren waarop belanghebbenden invloed konden uitoefenen. De geschiedenis van waterstaat en waterschappen wordt daarbij verbonden aan grote thema’s in de Nederlandse geschiedschrijving, zoals de vroege verstedelijking, de ingrijpende transformatie van het boerenbedrijf en de merkwaardige staatsinrichting van de Republiek. Het is de synthese van  een jarenlang onderzoeksproject door een team van universitaire onderzoekers. Auteur is Milja van Tielhof, met een hoofdstuk door Piet van Cruyningen.

De prijs is € 39,‒.

Harm Zwarts, Knowledge, networks and niches. Dutch agricultural innovation in an international perspective c. 1880-1970, dissertatie Wageningen University 2021. 220 p. ISBN 9789463953412.

Henri Slijkhuis, Het boerenleven op de Noordoost-Veluwe. Landbouwgeschiedenis van 1700 tot heden en persoonlijke verhalen.

Boeren op de Noordoost-Veluwe hebben eeuwenlang gereageerd op veranderende omstandigheden en hun bedrijfsvoering hierop aangepast. Met name op het zand hebben boeren het nooit gemakkelijk gehad. Water heeft altijd een grote rol gespeeld. Zelden is er sprake van een optimale situatie voor de boer. De grond is vaak te droog of te nat.
In het eerste deel van dit boek wordt de geschiedenis beschreven van de boeren op de Noordoost-Veluwe. Na een beknopt behandelde zestiende en zeventiende eeuw speelt het verhaal zich vooral af vanaf de achttiende eeuw tot aan de dag van vandaag. De gemeenten Epe en Heerde staan centraal.
Wat u in het tweede deel van het boek aantreft, zijn verhalen over het boerenleven in de twintigste eeuw.
Veertien mensen zijn geïnterviewd en deze gesprekken zijn omgezet in verhalen. Vanuit verschillende perspectieven wordt het boerenleven beschreven. Bij elkaar geeft het een levendig beeld van het vroegere leven in en om de boerderij op de Noordoost-Veluwe.

Het luxe gebonden boek van bijna 200 pagina’s en meer dan 150 foto’s en kaarten in kleur, en
wordt uitgegeven door streekmuseum Hagedoorns Plaatse en de vereniging Ampt Epe.
Vanaf 28 augustus 2021 verkrijgbaar bij de Hagedoorns Plaatse en in de lokale boekhandel.
Prijs: € 18,95

Bart Middelburg, Van Neck aff met de son om. De geschiedenis van polder de Wijdewormer. (Z.p.: de Kring, 2021) 316 p. ISBN 9789462972124.

Misdaadjournalist Bart Middelburg heeft zich gewaagd aan een onderzoek naar de geschiedenis van droogmakerij de Wijde Wormer. Het resultaat is een lokale geschiedenis gebaseerd op degelijk empirisch onderzoek. Vooral wat hij boven water heeft gehaald over de praktijken voor en tijdens de droogmaking is de moeite waard.

Hans de Haan en Jacob H.P. van der Vaart, Amerikaanse boerderijen in Fryslân. Inspiratiebronnen, bouwers en modellen (Gorredijk: Noordboek, 2021) 152 p. ISBN 9789056158231.

In 2021 verschenen twee boeken over boerderijbouw in Friesland. Een daarvan gaat over ‘Amerikaanse’ boerderijen. Deze boerderijen, die allerlei innovaties bevatten, werden in Friesland geïntroduceerd door de boerenzoon Lammert Brouwers uit Minnertsga, die van1911 tot 1919 in de Verenigde Staten verbleven had. Er zijn enkele tientallen van gebouwd.

Paul Borghaerts, Houtstromen. Bossen, binten en boerderijen (Gorredijk: Noordboek, 2021) 416 p. ISBN 9789056156886.

Wie vorig najaar aan de excursie naar Friesland heeft deelgenomen, heeft daar kunnen luisteren naar een presentatie door dendrochronoloog Paul Borghaerts over zijn onderzoek naar boerderijen in de greidhoek. Het verslag van zijn onderzoek naar ruim honderd boerderijen is neergelegd in een boek. De uitkomsten zijn indrukwekkend: we weten nu waar het bouwhout voor boerderijen in Noord-Nederland vandaan kwam. De herkomstgebieden bleken geregeld te verschuiven, van Noorwegen naar diverse Baltische regio’s.

2020

Realisatie Ruilverkaveling Blijham-Bellingwolde 1947-1974.
Van dit boek is onlangs de tweede druk verschenen. Het gaat over een grootscheepse kavelruil met verplaatsing van 20 boerderijen, met als doel op een doelmatiger wijze landbouw te kunnen bedrijven. De initiatiefnemer van de ruilverkaveling was Eltjo Buringh, landbouwer aan het Oosteinde van Blijham. Het boek is zeer ruim geïllustreerd.  Samenstellers zijn: Jan Hazelhoff, Scholto ten Have en Gerhard J. Oterdoom. Realisatie Ruilverkaveling Blijham-Bellingwolde 1947-1974. (Blijham, 2020). Uitgegeven door de Landbouwverenigingen van Blijham en Bellingwolde. Er zijn nog slechts enkele boeken beschikbaar.

Te bestellen door te mailen naar ruilverkaveling2019@gmail.com. De prijs van het boek is € 20,- inclusief verzendkosten.

2018

Tussen gemeynte en landschapspark. Zes generaties boeren op Mortelshof (1829-2005). Onlangs is een lijvig boek verschenen over de geschiedenis van een boerderij in Midden- Limburg in de gemeente Sint-Odiliënberg, vijf km ten zuidoosten van Roermond. Mortelshof – genoemd naar de Mortel, een inmiddels doorgevallen vennetje in een zeer oud rivierdal – heeft zich ontwikkeld van een particuliere ontginningsboerderij op wat eeuwenlang gemeenschappelijke heidegrond was geweest van de dorpelingen van Linne en Sint-Odiliënberg, tot een gemengd en tevens selectiebedrijf voor zaaigranen en pootaardappelen vanaf ± 1925. (Het logo van een tamme kastanjeboom op de juten aardappelzak raakte alom bekend in het zuiden van Nederland en in het aangrenzende België; de boerderij ligt in een glooiend landschap tussen twee kastanjelanen in.)
Behalve agrarische geschiedenis met aandacht voor de ontwikkeling van de coöperatieve organisaties van de Limburgse Land- en Tuinbouw Bond (LLTB), in het bijzonder in de Roerstreek, bevat dit boek van 736 pagina’s met meer dan 450 illustraties ook een familiegeschiedenis.
Exact honderd jaar is deze boerderij eigendom geweest van drie generaties Slangen. In dit boek wordt aangetoond dat de volkswijsheid “(ver)werven, erven en (be)derven” van toepassing is geweest op opkomst, bloei en ondergang van dit familiebedrijf.  In dat opzicht kan dit boek heel leerzaam zijn voor families die vandaag de dag van doen hebben met de problematiek van een bedrijfsopvolging.
Tot slot, de negentiende-eeuwse boerderij werd begin 1945 vernietigd. In 1947-1948 werd een nieuwe boerderij gesticht, een streekeigen versie van het zogenaamde ‘Midden-Limburgse Maasdaltype’, dat model staat voor een naoorlogs gemengd bedrijf uit de tijd van de wederopbouw. Na de ‘ontmenging’ en voortgaande specialisatie in de daaropvolgende decennia bleven pootaardappelen en varkens de boventoon voeren.
Eind 2005 werd het bedrijf opgeheven en gingen de akkers over naar Stichting het Limburgs Landschap die hier nu een landschapspark beheert. De latere economiegebouwen rondom de boerderij (waaronder een moderne varkensstal, aardappelkoelhuis, glazen bewaarplaats voor de kieming van pootgoed, bijenstal, enz.) zijn in 2012 ontmanteld zodat nu nog de ‘bakstenen burcht’ resteert.

Jaak Slangen, Tussen gemeynte en landschapspark. Zes generaties boeren op Mortelshof (1829-2005) (Leiden 2018) ISBN: 978 90 817575 1 5        Prijs: € 45 (inclusief verzendkosten: €55.60).  www.mortelshof.nl.
Het boek kent een beperkte oplage van 400 ex. en is in eigen beheer uitgegeven. Het is te bestellen via: jaak.sla@gmail.com. IBAN: NL11 ASNB 0708 0775 87.

Van melkrijder tot fabrieksdirecteur. 

In 1955 zie je overal in Friesland de rokende pijpen van kleine zuivelfabriekjes. Talloze Friezen vinden werk in een van die ruim honderd fabrieken. Zwaar werk: melkbussen tillen, laden en lossen, kaas keren, flessen dragen, soms met veel lawaai, stank en hitte. Vijfentwintig jaar latere zijn er nog maar zo’n dertig zuivelfabrieken over in Friesland. De melk wordt per tank opgehaald en de ontvangst is volautomatisch, steeds meer handelingen worden met machines verricht. Het werk is lichter, maar vergt mee kennis. Het platteland verliest zijn dorpsfabrieken, maar door technologische vernieuwing blijft de Friese zuivelsector internationaal concurrerend. In deze rijk geïllustreerde uitgave oud-personeelsleden, van melkrijder tot directeur, over de veranderingen die zij tijdens hun loopbaan hebben meegemaakt. Het zijn stuk voor stuk boeiende verhalen over verschillende levens in de zuivel: een groepsportret van een Friese topsector.

160 pagina’s. ISBN 978 9492 457 196. Prijs € 22,50, te bestellen bij CB en Uitgeverij Het Kanaal (058-2135253.) Het boek is voortgekomen uit een onderzoek van Jan Ybema aan de Fryske Akademy.


2017

Land van glas – tuinbouwgeschiedenis. Aan de hand van de lotgevallen van de familie Moerman in Bleiswijk geeft auteur en agrarisch journalist Koen van Wijk een levendig beeld van de ontwikkelingen in de tuinbouw gedurende de twintigste eeuw. Van de opkomst en de eerste kassen, het veilingwezen, de introductie van de tomatenteelt, de rol van onderzoek en innovaties als biologische gewasbescherming en steenwolteelt. Ook de gebeurtenissen op het nationale en wereldtoneel zoals de crisis, wereldoorlogen en wederopbouw dringen door in het gezinsbedrijf van familie Moerman. Naast de tuinbouwgeschiedenis geeft Land van glas dankzij herkenbare details ook een goed beeld van het leven in een agrarisch gezin. Het boek kost € 19,99 en is te koop bij de boekhandel en via internetwinkels.  ISBN 978 94 004 05646.

2014

Met Voor en door boeren? De opkomst van het coöperatiewezen in de Nederlandse landbouw vóór de Tweede Wereldoorlog heeft Ronald Rommes een belangrijk boek geschreven. Op basis van nieuw bronnenonderzoek brengt hij de feitelijke ontwikkeling van de oprichting van coöperaties in de landbouw in kaart en geeft daarmee antwoord op vele vragen als wanneer, waar, waarvoor en door wie de coöperaties werden opgericht. Het boek  (320 pp) is verschenen bij uitgeverij Verloren en in de boekhandel te koop voor 30 euro.